Als je nietsvermoedend een IC oploopt valt het je direct op hoe zeer een ziekte de kracht van het menselijk lichaam kan verzwakken. Zo ook bij de man waar ik vandaag voor speelde. Alleen al het bewegen van zijn lippen om zichzelf uit te drukken kostte hem veel moeite. Zijn ogen volgden mijn gitaarspel nauwlettend en spraken blijdschap bij een nummer van Elvis Presley.
Zijn rechterhand verscheen vrij plotseling boven de dekens en begon ritmisch op en neer te bewegen op de maat. De vingers van zijn linkerhand graaiden gelijktijdig naar iets onzichtbaars, net boven zijn pols. Een pose die iedere gitarist wel herkent. Mijn vermoeden werd bevestigd toen ik de lange nagels van zijn rechterhand zag. Net als die van mij, zorgvuldig in vorm gevijld voor de best denkbare aanslag bij het tokkelen, voor de kenner: fingerpicking. Hier lag een gitarist!
De muziek vond zijn magische weg en de tijd vloog om.
Toen ik klaar was wilde de man iets zeggen. Hij tuitte daarbij zijn lippen maar was onverstaanbaar. De verpleegkundige die hem beter kende, boog zich over hem heen en spande zich in om zijn woorden te verstaan. ‘Samen spelen’, fluisterde hij. De uiting van een diep verlangen, aangeboord door de kracht van de muziek.